zaterdag 9 juni 2012
Overwinningen in de sociale strijd zijn tamelijk zeldzaam. Daarom moeten we ze koesteren, in het zonnetje zetten, heel goed bekijken en er van leren. Dit proces helpt ons bij het bereiken van overwinningen elders, en brengt dus de sociale strijd ook op andere fronten verder. Met die houding begroet ik dan ook het uitvoerige artikel over strijd tegen dwangarbeid in de gemeente Leiden dat Eric Krebbers voor Doorbraak schreef. Lezenswaardig, prioriteit ‘hoog’!
Het onderwerp speelt in Leiden al een flinke tijd, en Doorbraak vestigde er al vaker de aandacht op. Mensen die in Leiden een uitkering aanvragen worden naar een werkplaats gestuurd, voor zien van de naam ‘Participatiecentrum’. Daar worden ze tewerkgesteld, zonder betaling van loon. Wordt de uitkering toegekend, dan blijven ze daar werken, nog steeds zonder betaling van loon. Dat is dus het verrichten van arbeid zonder de gangbare, wettelijk erkende, arbeidsvoorwaarden zoals minstens minimumloon. Een onaanvaardbare toestand, terecht als dwangarbeid aangeduid. Maar de dwangarbeid begint al voordat de uitkering begint, je wordt metéén tewerkgesteld, terwijl de aanvraag nog loopt. Het komt voor dat mensen zes weken werk verrichten in het participatiecentrum, zonder betaald te worden, en vervolgens te horen krijgen dat ze geen uitkering krijgen. Dan hebben ze dus zes weken voor niets gewerkt. Zo kunnen mensen ook nog eens in ernstige geldproblemen komen. Het is onderdeel een schandalige toestand, die verkocht wordt onder het motto dat mensen best wat terug mogen doen voor hun uitkering – die ze dus lang niet altijd krijgen ook.
Mensen van Doorbraak hebbe een reeks activiteiten ontplooid om dit aan de kaak te stellen. Het belangrijkste is: ze hebben contact gezocht met mensen in dat Participatiecentrum zelf, werklozen, door de gemeente Leiden omgevormd tot dwangarbeiders. Op 1 mei was er een actie op de stoep van het participatiecentrum, en gooiden werklozen/ dwangarbeiders – tegen dreigende woorden van bewakers in – ballen naar koppen van bijvoorbeeld de verantwoordelijke wethouder voor dit repressieve circus. Ook ervoor en erna waren er gesprekken van Doorbrakers met uitkeringsslaven. Bewakers legden vast wie van de dwangarbeiders sprak met de actievoerders van Doorbraak, en waarschuwden voor gevolgen. Afgaand op de beschrijving was de werksfeer binnen die van een gevangenis. Intussen had Doorbraak ook een dossier samengesteld, en geprobeerd ruchtbaarheid aan de hele wantoestand te geven bij de plaatselijke politiek.
Kort na de één-mei-actie was er resultaat! Schrik niet: tewerkgestelde mensen mochten opeens … thee of koffie gaan pakken tijdens werktijd. Ze mochten wat personeel op reguliere plekken de gewoonste zaak van de wereld vindt. Maar juist ook daarom is zoiets belangrijk. Mensen kregen iets meer ademruimte. En het feit dat ze – aangemoedigd door solidariteit vanuit Doorbraak maar uiteindelijk vanuit hun eigen onvrede – hun nek hadden uitgestoken, minder over zich lieten lopen, soms aan actie deelnamen – had ongetwijfeld aan de versoepeling van het regime bijgedragen. Het artikel meldt verder: “Ook is er plots meer respect voor de dwangarbeiders.” Ogenschijnlijk kleine dingen, maar belangrijk!
Het is niet misplaatst om de gang van zaken als overwinning van strijd aan te duiden. Niet omdat Links zich op Kaart gezet heeft, zich heeft Weten te Profileren of zoiets plats. De victorie is veel concreter, en behelst drie elementen. Het is de minieme maar reële verbetering in de situatie van de dwangarbeiders zelf. Inderdaad, die koffie, die thee, dat beetje meer respect. Er is – op termijn belangrijker – de veranderende houding van d dwangarbeiders. Ze durven meer, voelen zich sterker, praten terug tegen de slavendrijvers, hebben een flink stuk angst verloren. Ze merken – uit eigen ervaring – dat protest en verzet niet kansloos zijn. Dat nemen ze mee, hun verdere levens in, en dat kan ze goed van pas komen op toekomstige werkplekken of in toekomstige uitkeringssituaties of waar dan ook waar zij in de knel gebracht worden door machten van hogerhand. Derde element: de opzet van de gemeente om dit soort dwangarbeid als iets normaals te laten gelden, is aan het mislukken. Plaatselijke kopstukken van GroenLinks en SP erkennen dat er dingen niet kloppen, spreken twijfels uit over de gang van zaken al accepteren ze helaas wel het principe aar het participatiecentrum op is gebouwd. Doorbraak is er, met vasthoudendheid en serieuze aandacht, in geslaagd het participatiecentrum en de wijze waarop via dwangarbeid mensen worden uitgemolken – ten bate van bedrijven die er spotgoedkoop spulletjes kunnen laten maken – omstreden te maken, uit de sfeer van ‘normaliteit’ te trekken. Dat is, juist in een tijd dat elders gemeenten soortgelijk beleid ontwikkelen, van groot belang. Dwangarbeid ís niet normaal, en de strijd waar Doorbraak aan bijdroeg, helpt om te zorgen dat het niet alsnog weer normaal wórdt. Dat maakt deze drievoudige overwinning strategisch belangrijk.
De strijd is gevoerd op een manier die ongrijpbaar was voor hogerhand. Protesten aanmoedigen, wantoestanden in kaart helpen brengen, contacten leggen tussen dwangarbeiders en Doorbrakers, publiciteit genereren – maar géén ‘overleg’, geen onderhandelingen of iets dergelijks. In gesprekken met functionarissen en bestuurlijk verantwoordelijken gold één ding: wijzen op het onaanvaardbare van dwangarbeid en participatiecentrum. Van zoeken naar een compromis met beperkte verbeteringen, op de klassieke vakbondsmanier, was geen sprake. Zo werd voorkomen dat sommige actieleiders in een dubbele positie – verdedigers van compromissen, eventueel tegen de collega’s in – raakten. De kleine verbeteringen die er kwamen – koffie of thee met wat meer respect – waren een reactie van bovenaf op de protesten. Ze waren echter geen via onderhandelingen bereikt compromis, waarna verder protest werd afgeblazen of opgeschort. Het doel blijft immers: dat hele dwangarbeidscentrum en de bijbehorende maatregelen moeten verdwijnen.
Deze strijdwijze staat haaks op de traditionele vakbondsaanpak. Ze past in doe-het-zelf, van-onderop-, directe-actie-benaderingen zoals die in de anarchistische, syndicalistische en autonoom-marxistische tradities worden beklemtoond. Het is deze, in alle kleinschalige bescheidenheid eigenlijk uiterst radicale, benadering, die de strijd van deze dwangarbeiders samen met Doorbrakers gemaakt heeft tot wat die is: een kleine maar exemplarische overwinning, vanaf de onderkant bevochten. Zeker in een tijd waarin werkloosheid groeit en minister Kamp de afbraak van de ontslagbescherming aan het voorbereiden is – “Wat een slecht idee”, aldus Martin Sommers in de Volkskrant in een sterk stuk – , is zoiets een leerzame opsteker. Hulde aan de dwangarbeiders, en hulde aan de inzet van betrokken Doorbrakers!